Bioactieve stoffen
Alle stoffen die een bepaalde biologische of fysiologische activiteit of functie hebben kunnen we bioactieve stoffen noemen.
Het gaat meestal om stoffen in voedingsmiddelen of supplementen die een gezondheidsbevorderend effect hebben. Maar waarvoor geen dagelijkse behoefte is vastgesteld zoals bijvoorbeeld bij vitaminen wel het geval is.
Het zijn stoffen die van nature in producten voorkomen of die kunstmatig worden toegevoegd.
In principe kan het lichaam ook zonder deze bioactieve stoffen. Want met onze huidige kennis nemen we aan dat dezelfde functie of activiteit ook door andere voedingsstoffen kan worden vervuld.
Claims over gezondheidseffecten van bioactieve stoffen zijn alleen toegestaan als ze onderbouwd zijn en toegelaten volgens de Warenwet.
Welke bioactieve stoffen zijn er
Een belangrijke groep is de stoffen die van nature in planten voorkomen.
We noemen ze ook wel; secundaire plantenstoffen, fytonutriënten of fytochemicaliën.
Voorbeelden van bioactieve stoffen
- Flavonoïden
- Cafeïne
- Carotenoïden: bètacaroteen, luteïne en lycopeen
- Carnitine
- Choline
- Coenzym Q10
- Creatine
- Dithiolthionen
- Fytosterolen (plantensterolen)
- Fyto-oestrogenen (isoflavonen)
- Glucosinolaten
- Polyfenolen (flavonoïden): flavonolen, flavanonen, flavanolen en isoflavonen
- Prebiotica
- Taurine
Gezondheidsclaims
Hier geldt geen aparte regelgeving anders dan de Warenwet. Hierin staat; dat producten waaraan deze stoffen zijn toegevoegd veilig moeten zijn. En dat de consument niet mag worden misleid door vermeldingen over de gezondheidseffecten van deze stoffen.
Warenwetbesluit voor nieuwe voedingsmidddelen
Sinds 1997 is een Warenwetbesluit van kracht met betrekking tot nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten.
Hierin staat dat een product of een stof (ingrediënt) dat niet eerder voor menselijke consumptie is gebruikt of op de markt gebracht, vooraf moet worden beoordeeld en toegelaten.
Dit besluit is gebaseerd op een Europese verordening.
Als een product of een ingrediënt in één van de EU-landen volgens deze richtlijn is toegelaten, mag het in principe ook in de andere EU-landen worden verkocht.
Om een voorbeeld te geven; zo is volgens deze regelgeving de toevoeging van fytosterolesters aan margarine toegestaan. Op basis daarvan is ook het toevoegen van een ander fytosterolmengsel in margarine toegestaan.
Hoewel beide ingrediënten dus chemisch van elkaar kunnen verschillen.
Zo worden sommige carotenoïden als kleurstof toegevoegd aan producten.
Ze zijn dan herkenbaar aan het E-nummer op het etiket.
Anderen stoffen zoals, choline, carnitine en taurine, mogen in bepaalde gevallen worden toegevoegd aan producten voor bijzondere voeding, zoals zuigelingenvoeding, dieetvoeding en voeding voor medisch gebruik.
Voor een aantal ingrediënten die aan voedingssupplementen wordt toegevoegd, geldt dat ze niet verboden zijn, maar ook niet officieel toegelaten.
Gezondheidseffecten
Plantaardige producten
Een belangrijke groep van bioactieve stoffen zijn zogenaamde plantenstoffen zoals carotenoïden en polyfenolen (flavonoïden) uit groene thee, groenten en fruit.
Polyfenolen zijn bijvoorbeeld zeer krachtige antioxidanten en die helpen ons bij het afvangen van vrije radicalen.
Maar ook fytosterolen uit plantaardige oliën.
Fytosterolen in huidverzorging verbeteren de huidstructuur.
Maar ook kruiden bevatten deze stoffen, waaraan in bepaalde gevallen een medicinale werking wordt toegeschreven. Denk bijvoorbeeld maar aan; kurkuma, gember en kaneel.
Niet plantaardige producten
Daarnaast bevatten ook niet-plantaardige producten zoals melk en vis bioactieve stoffen, zoals vetzuren met bijzondere gezondheidseffecten.
Soms komen ze van nature voor in voedingsmiddelen, maar ze kunnen ook in geconcentreerde vorm worden toegevoegd aan een voedingsmiddel om een bepaald gezondheidseffect te bereiken.
Deze producten worden dan functionele voeding genoemd.
Bioactieve stoffen worden ook vaak toegevoegd aan voedingsupplementen.
Ze worden dan ook wel “nutraceuticals” genoemd.
De groep bioactieve stoffen wordt steeds groter door onze zoektocht naar een gezonder leven, waarbij we op zoek zijn naar natuurlijke stoffen met een gezondheidsbevorderende werking.
Interactie met geneesmiddelen
Van sommige flavonoïden is bekend dat ze de werking van geneesmiddelen kunnen beïnvloeden. Hierdoor moeten geneesmiddelen bij voorkeur worden ingenomen met water en niet met bijvoorbeeld grapefruitsap, dat flavonoïden bevat.
Dat is ook de reden dat artsen vaak het advies geven te stoppen met voedingssuplementen als er bepaalde medicatie voorgeschreven wordt.
Bevorderen bioactieve stoffen onze gezondheid
Voor velen wordt een gezondheidsbevorderend effect geclaimd.
Voor een aantal geldt dat ze een beschermende werking hebben als antioxidant.
Behalve als antioxidant worden er nog veel andere functies van bioactieve stoffen geclaimd zoals versterking van ons afweersysteem, het behoud van sterke botten en het verlagen van het cholesterolgehalte.
De geclaimde gezondheidseffecten van bioactieve stoffen zijn vaak gebaseerd op dierexperimenteel onderzoek, ‘reageerbuis’ (in-vitro) onderzoek, of op epidemiologisch onderzoek, maar lang niet altijd bevestigd in gecontroleerde klinische interventiestudies.
Anderszijds is onze gezondheid er in de afgelopen decennia niet beter op geworden met onze moderne leefwijze en voeding. Alle synthetische toevoegingen aan onze voeding hebben er nou niet een volwaardigere voeding van gemaakt in tegendeel zou ik zeggen.
Alleen goed onderbouwde claims en die zijn toegelaten volgens de Warenwet en de EU-regelgeving over voedings-, gezondheidsclaims mogen worden gebruikt.